Detaileisen bij aanschaf tafel of stoel

Wie gezond wil werken, doet er verstandig aan om bij het aanschaffen van meubilair kritisch te kijken naar de afmetingen en eigenschappen.

De kantoorstoel:

De minimumeisen waaraan een kantoorstoel moet voldoen, zijn opgenomen in de norm NEN-EN 1335-1. Een stoel die aan deze norm voldoet is passend voor ongeveer 50% van de Nederlandse bevolking. Als een stoel ook voldoet aan de adviesnorm NPR 1813-2003 is hij geschikt voor ongeveer 95% van de Nederlandse bevolking. De NPR 1813 is om die reden een betere keus, vooral als meer medewerkers afwisselend van dezelfde stoel gebruikmaken.

Onderstaand overzicht geeft de verschillen goed aan. Eronder staan aandachtspunten uit de NPR 1813 voor de beoordeling van kantoorstoelen en -tafels.

Naam

Soort maat

NEN-EN  1335-1

NPR 1813

Zithoogte

Minimum bereik
Minimum verstel traject

40-51 cm
12 cm

41-55 cm
14 cm

Zitdiepte

Minimum bereik
Minimum verstel traject

40-42 cm
5 cm

38-48 cm
10 cm

Diepte van de zitting

Minimumdiepte

38 cm

44 cm

Hoogte van de leuning

Minimumhoogte

22 cm

37 cm

Armsteunen

Minimumlengte
Minimumbreedte
Minimumbereik hoogte t.o.v. zitting
Minimumafstand t.o.v. voorzijde zitting

20 cm
4 cm
20-25 cm

10 cm

15 cm
5 cm
20-30 cm
20 cm

Optie: helling zitting

Minimumbereik

Minimum verstel traject

-2° tot -7°

+3° tot -7°
10°

Een kantoorstoel moet volgens NPR 1813 voldoen aan de volgende eisen:

  • de zithoogte is verstelbaar van 41 tot 55 cm;
  • de zitting is vlak, minimaal 40 cm breed en 44 cm diep en heeft een verstelbare hellingshoek van -7 tot + 3 graden, vast te zetten op een hoek van -3 graden;
  • de voor- en achterzijde van de zitting en de boven- en onderzijde van de rugleuning zijn afgerond;
  • de zitdiepte is verstelbaar van 38 tot 48 cm;
  • de voorzijde van de rugleuning is vloeiend, zonder knikken of hoeken met een horizontale straal van 40 cm of meer;
  • de breedte van de rugleuning is minimaal 36 en maximaal 46 cm, de lengte minimaal 37 cm;
  • de lendensteun heeft een verstelbare hoogte van (middelpunt) tussen 17 tot 23 cm;
  • de armsteun heeft een verstelbare hoogte van 20 tot 30 cm en is minimaal 5 cm breed en 15 cm lang;
  • de afstand tussen de armsteunen is instelbaar tussen 36 en 51 cm;
  • de afstand van de voorzijde van de armsteun tot de voorzijde van de zitting is minimaal 20 cm;
  • het onderstel heeft 5 zwenkwielen en is draaibaar;
  • de afstand tussen de draaias en de vloer is minimaal 2 cm;
  • de lengte van de teen van het onderstel is maximaal 41,5 cm;
  • de stoel is veilig en stabiel en heeft geen scherpe of uitstekende delen.

Ook al voldoet een stoel aan de bovengenoemde norm, dan kan de stoel toch nog ongeschikt zijn. Bijvoorbeeld voor erg grote of kleine mensen, of voor mensen met een lichamelijke handicap.
Voor een aangepaste stoel kun je contact opnemen met je eigen leverancier. Er bestaan ook leveranciers die zijn gespecialiseerd in het op maat maken van kantoorstoelen voor specifieke lichaamsmaten en medische aandoeningen.

De kantoortafel: 

Bij beeldschermwerkplekken die niet worden gedeeld is het voldoende te kiezen voor instelbare tafels. Dit wil zeggen dat de gebruiker de hoogte meestal niet zelf kan instellen en dat daar gereedschap en/of andere hulpmiddelen voor nodig zijn.

Bij beeldschermwerkplekken die worden gedeeld is het nodig te kiezen voor in hoogte verstelbare tafels. Dit wil zeggen dat de gebruiker zelf de tafel in hoogte kan verstellen. Die verstelling moet snel, eenvoudig en zonder kracht te zetten kunnen plaatsvinden. Dat gaat het beste met een elektromechanische bediening.

Een kantoortafel moet voldoen aan de volgende eisen:

  • het werkblad is minimaal 120 x 80 cm; feitelijk is dit de ruimte die een medewerker nodig heeft om zijn werk goed te kunnen doen.
  • de voorzijde heeft een (bijna) recht aanzitdeel van ten minste 65 cm breed;
  • de hoogte is eenvoudig instelbaar minimaal tussen 61 en 85 cm (oudere tafels mogen instelbaar zijn tussen 62 en 82 cm);
  • de instelbaarheid loopt in de hoogte door tot minimaal 127 cm als ook staand werk mogelijk is.
  • het blad is zo dun mogelijk, omdat bij sommige gebruikers de afstand tussen bovenbenen en ellebogen zeer beperkt, of zelfs afwezig is.
  • het bovenblad is licht maar niet wit, krasvast en mat (niet spiegelend).

Ook al voldoet een kantoortafel aan de bovengenoemde norm, dan kan de stoel toch nog ongeschikt zijn. Bijvoorbeeld voor erg grote of kleine mensen, of voor mensen met een lichamelijke handicap.