Gebouwen en werkplekken

Veilige gebouwen en goed ingerichte werkplekken dragen bij aan het voorkomen en beperken ongewenst gedrag. Denk bijvoorbeeld aan zaken als overzichtelijkheid, goede verlichting en voldoende ruimte. Of aan toegangscontrole, het gebruik van veilige (bijvoorbeeld niet splinterende) materialen in risicoruimtes en technische voorzieningen zoals het indelen van het gebouw in niet voor iedereen toegankelijke zones. Ook alarmeringsmogelijkheden en toezicht met behulp van bijvoorbeeld camera’s kunnen helpen.

Waarom?

Veilig opgezette en ingerichte gebouwen en werkplekken verminderen sterk de kans op ongewenst gedrag en beperken de gevolgen als het zich toch voordoet. Hierdoor is minder extra toezicht nodig. Aanpassingen in bestaande situaties zijn meestal kostbaarder dan realisatie van extra veiligheid bij verbouwing, onderhoud en vervanging.

Wettelijke eisen

De werkgever moet werknemers een zo veilig mogelijke werkomgeving bieden. De werknemer moet zo goed mogelijk gebruikmaken van de geboden veiligheidsvoorzieningen.

Aanbevelingen

  • Houd bij voorkeur al bij het (laten) ontwerpen van een gebouw of interieur rekening met het creëren van een veilige werkomgeving. In dat stadium zijn de mogelijkheden nog groot en de kosten beperkt. Achteraf in een onveilig gebouw of onveilige werkomgeving alsnog veilige omstandigheden creëren is vaak erg lastig en kostbaar.
  • Het is heel goed mogelijk om een goed veiligheidsniveau in een vriendelijk en open ogend gebouw te integreren. Denk bijvoorbeeld aan een open entree met veel (slagvast) glas, dat de portier goed overzicht biedt en indien nodig in staat stelt de deur dicht te houden. Zo kan hij ongewenst bezoek effectief buiten sluiten, of een ongewenste persoon tussen twee deuren ophouden en de politie inschakelen.
  • Omdat zowel bouwkundige mogelijkheden (materialen) als elektronica zich in een hoog tempo ontwikkelen is het verstandig om bij het overwegen van aanpassingen in het gebouw of de inrichting deskundig advies in te winnen. Maak gebruik van de praktische aandachtspunten in de checklist gebouwen en werkplekken.

Tips

  • Denk bij een veilig gebouw ook aan een goed overzicht vanuit zo’n gebouw op de directe omgeving. Dit geldt met name voor de in- en uitgangen, maar bijvoorbeeld ook voor de parkeerplaats, parkeergarage of fietsenstalling. Zorg voor voldoende licht en vermijd onoverzichtelijke begroeiing.
  • Bij het inrichten van de werkomgeving geldt als basisregel dat het verstandig is om geen onoverzichtelijke, nauwe plekken te creëren. Zo zal interactie tussen personeelsleden of personeelsleden en bezoekers zich minder snel aan het zicht van derden onttrekken en hoeven werknemers en/of bezoek niet onnodig dicht op elkaar te staan of te werken. Gebruik bijvoorbeeld glasdelen in kantoorwanden.
  • Voorkom afgezonderde werkplekken zo veel mogelijk.
  • Wees spaarzaam met het gebruik van camera’s in verband met de bescherming van de privacy. Zijn camera’s met het oog op de veiligheid echt onmisbaar, zorg dan dat er ook werkelijk (voortdurend) iemand beschikbaar is om naar de beelden te kijken en actie te ondernemen als hij onveilige zaken signaleert.

Voor leidinggevenden

  • Veiligheid is maar gedeeltelijk een objectieve zaak: ook gevoelens zijn belangrijk. Wees alert op situaties waarvan personeelsleden aangeven dat zich niet veilig of comfortabel voelen. Ook al zijn daar nog geen incidenten geweest.
  • Ruimte die is gecreëerd om overzicht te houden en ongewenst contact te vermijden kan snel teniet worden gedaan door bijvoorbeeld het verplaatsen van meubilair of apparaten. Een kast voor een glazen wand kan het zicht op een kantoor of kopieerplek wegnemen. Het is verstandig om af en toe een rondje over de afdeling te maken om hierop te letten en zaken te corrigeren.

Voor werknemers

  • Bespreek plekken in en om het gebouw die een onveilig gevoel geven met de teamleiding.
  • Help actief mee om ruimte en overzichtelijkheid van de werkplekken en de werkomgeving te behouden.

Extra info

De checklist gebouwen en werkplekken maakt het mogelijk om snel in kaart te brengen of er in een bedrijfsgebouw risicolocaties aanwezig zijn.