Hoe vaak komt ongewenst gedrag voor?

Ongewenste gedragingen vormen een redelijk constant fenomeen. Dit blijkt zowel uit onderzoek naar het voorkomen ervan in Europa als geheel (met meer meldingen in de noordelijke lidstaten, waaronder Nederland) als uit gegevens over de specifieke Nederlandse situatie.

Cijfers

Onderstaande cijfers over de diverse vormen van ongewenst gedrag zijn afkomstig uit de Nederlandse Enquête Arbeidsomstandigheden over 2017 (NEA 2018) en geven een indruk van de mate waarin dergelijk gedrag zich voordoet (prevalentie). De laatste jaren is de mate waarin dit gedrag voorkomt nauwelijks veranderd.

De tabel bevat de cijfers van de sectoren die het laagste en het hoogste scoorden. Ter vergelijking zijn daar de cijfers naast gezet van de financiële dienstverlening, de sector waar de verzekeringsbranche deel van uit maakt. Aangezien de sector daarnaast andere bedrijven (bijvoorbeeld banken) omvat, zijn de cijfers niet zonder meer van toepassing op de verzekeringsbranche. Een redelijke aanname luidt dat de prevalentie niet minder is dan die van de laagst scorende sector, en waarschijnlijk dicht in de buurt ligt van de score van de sector financiële dienstverlening.

 

Vorm van ongewenst gedrag

Laagste
score (%)

Financiële dienstverlening (%)

Hoogste
score (%)

Fysieke agressie door
externen [1]

0.5

0.5

21.3

Intimidatie door externen

3.0

14.7

34.5

Ongewenste seksuele aandacht door externen

0.6

1.9

15.0

Pesten door externen

1.6

2.9

8.1

Algemeen ongewenst gedrag externen (inclusief pesten en discriminatie)

4.9

15.9

45.3

Fysieke agressie door
internen [2]

0.2

0.3

1.3

Intimidatie internen

7.3

7.4

13.5

Ongewenste seksuele aandacht internen

0.5

1.8

4.3

Pesten internen

5.6

5.6

11.7

Algemeen ongewenst gedrag internen (inclusief pesten en discriminatie)

11.7

11.9

19.8

Bron: NEA 2018

[1] Met externen worden mensen van buiten het bedrijf bedoeld. Dit kunnen klanten, relaties van klanten of bijvoorbeeld omstanders zijn. Zij zijn geen personeelsleden of personen die anderszins aan het bedrijf zijn verbonden.

[2] Met internen wordt iedereen die deel uitmaakt van het bedrijf bedoeld. Dit kunnen collega’s zijn, maar ook leidinggevenden, stagiairs etc.

 

Discriminatie
(soms en regelmatig)

Laagste
score
(%)

Financiële dienstverlening (%)

Hoogste
score
(%)

Ja, naar sekse

0

1.3

1.5

Ja, naar huidskleur

0.6

0.6

1.7

Ja, naar seksuele geaardheid

0

0

0.5

Ja, naar leeftijd

0.9

1.4

2.2

Bron: NEA 2017

 

Conclusies

Op basis van deze cijfers (uitgaande van de sector financiële dienstverlening) lijkt de verzekeringsbranche niet te behoren tot de branches met de grootste risico’s. Maar er is wel degelijk sprake van een fors risico. De volgende cijfers illustreren dat:

  • 14,7% van de werknemers geeft aan intimidatie door externen te ervaren;
  • 7,4% meldt intimidatie door internen;
  • 5,6% maakt melding van pesten door internen;
  • 1,4% ervaart leeftijdsdiscriminatie;
  • 1,3% ervaart discriminatie naar sekse;
  • In vergelijking met 2009 (NEA 2010) is in de financiële dienstverlening
    • extern ongewenst gedrag (door klanten en bezoekers) licht afgenomen. Behalve ongewenste seksuele aandacht: deze is  toegenomen van 1,6% naar 1,9% en pesten is toegenomen van 2,4% naar 2,9%.
    • intern ongewenst gedrag is toegenomen. Behalve intimidatie (gedaald van 8,4% naar 7,4%) en pesten (van 5,8% naar 5,6%). Ongewenste seksuele aandacht is zelfs met 80% gestegen van 1,0% naar 1,8%.

Deze getallen zijn slechts gemiddelden. Oftewel: in sommige bedrijven, teams of functies kan ongewenst gedrag veel minder, of juist veel meer voorkomen. Zie hiervoor ook de informatie over specifieke functies.

Een op het eerste gezicht lage score kan in werkelijkheid relatief hoog zijn als maar een deel van de werknemers een dergelijk risico loopt. Stel bijvoorbeeld dat slechts 30% van de personeelsleden contacten met externen heeft. Als dan volgens het onderzoek 14,7% van alle werknemers aangeeft dat zij door externen worden geïntimideerd, betekent dit feitelijk dat in de specifieke groep van werknemers met externe contacten bijna 50% met dergelijk gedrag te maken heeft. Dit onderstreept de noodzaak om risico’s te analyseren op het niveau van functiegroepen of de plaats van werken.

Eenzelfde probleem geldt bij discriminatie. Hier is niet alleen de doelgroep beperkt, maar kan bovendien een stapeling van risico’s plaatsvinden. Zo geeft 21% van de niet westerse allochtonen aan te worden gediscrimineerd, een stapeling van discriminatie op basis van huidskleur, geloof et cetera.

Kernpunten verzekeraars

De kernpunten van ongewenst gedrag bij verzekeraars lijken te liggen bij:

  • intimidatie (zowel door in- als externen);
  • pesten (vooral intern);
  • leeftijdsdiscriminatie;
  • seksediscriminatie.

Belang overige factoren

Uit onderzoek is bekend dat diverse factoren invloed hebben op de kans dat zich in een organisatie ongewenste omgangsvormen voordoen. Binnen de verzekeringsbranche zijn de volgende factoren van belang:

  • er is sprake van een hoge werkdruk, dit verhoogt het risico op ongewenst gedrag;
  • er zijn overwegend goede relaties met collega’s en leidinggevenden, dit vermindert het risico op ongewenst gedrag;
  • er zijn weinig contacten met externen, dit verlaagt het risico op ongewenst gedrag. Maar let op: bij de werknemers die wél veel contacten hebben met externen verhoogt dit statistisch gezien juist het risico op ongewenst gedrag.
  • de organisaties zijn relatief groot (gemiddeld meer dan 250 werknemers), dit verhoogt het risico op ongewenst gedrag.