Extra aandacht voor stress, werktijden en pauzes

Een werkneemster die zwanger is of borstvoeding geeft, heeft te maken met bijzondere risico’s voor haar eigen gezondheid en die van haar (ongeboren) kind. Zij heeft recht op bijzondere maatregelen om deze risico’s weg te nemen of zoveel mogelijk te beperken. In de verzekeringsbranche is het belangrijk om extra aandacht te besteden aan stressrisico’s, gezonde werktijden en voldoende pauzes.

Waarom

De balans tussen werkdruk en belastbaarheid kan in de zwangerschap snel veranderen. Bij zwangere werkneemsters die te maken hebben met werkdruk is het daarom van belang de ‘vinger aan de pols te houden’. Het bewust monitoren stelt werkgever en werknemer in staat optimaal invulling te geven aan de wettelijke regels en rechten op het gebied van werk- en rusttijden. Dit kan voorkomen dat de balans verstoord raakt.

Deze eisen stelt de wet

Als een werkneemster zwanger is of borstvoeding geeft, zorgt de werkgever voor een zodanige organisatie van het werk, inrichting van de arbeidsplaats, toepassing van productie- en werkmethode en benutting van arbeidsmiddelen, dat het werk geen gevaren met zich mee kan brengen voor de veiligheid en gezondheid van de werkneemster en geen terugslag kan veroorzaken op de zwangerschap of de borstvoeding. Waar nodig past de werkgever het werk of de werk- en rusttijden tijdelijk aan om dit te realiseren. Dit kan ook betekenen dat de werkneemster tijdelijk andere taken krijgt of als dat onvoldoende helpt volledig van werk wordt vrijgesteld. Tot 6 maanden na de bevalling heeft de werkneemster recht op een bestendig en regelmatig werk- en rusttijdenpatroon, extra pauzes en ruimte om met behoud van loon noodzakelijke zwangerschapsonderzoeken te ondergaan. Ook kan zij aanspraak maken op maatwerk in de werkverdeling en de werktijden. De werkgever moet binnen redelijke termijn reageren op verzoeken op dit terrein.

De werkgever kan de werkneemster niet verplichten om in nachtdienst te werken, tenzij er echt geen andere mogelijkheid is. Hij kan haar ook niet verplichten of meer te werken dan:

  • 10 uur per dienst;
  • gemiddeld 50 uur per week over een periode van 4 aaneengesloten weken;
  • gemiddeld 45 uur per week over een periode van 16 aaneengesloten weken.

Dat houdt het volgende in

Als een werkneemster zwanger is of borstvoeding geeft, zorgt de werkgever in overleg met haar voor:

  • Een vast en regelmatig patroon in de werk- en rusttijden.
  • Eén of meer extra pauzes, voor ten hoogste 1/8 deel van de voor haar geldende arbeidstijd per dienst.
  • Aanpassing van taken of werktijden, of als dat onvoldoende helpt volledige vrijstelling van werk, als dit nodig is om (aanstaande) moeder en (ongeboren) kind optimaal te beschermen en een terugslag op de zwangerschap of de borstvoeding te voorkomen.
  • Gelegenheid om waar nodig onder werktijd en met behoud van loon noodzakelijk onderzoek door de verloskundige of gynaecoloog te ondergaan.
  • Zo spoedig mogelijke realisatie van maatwerk in de werkverdeling en de werktijden, als de werkneemster hierom verzoekt.
  • Gelegenheid om het werk te onderbreken om borstvoeding te geven of te kolven. Deze onderbrekingen mogen in totaal tot een kwart van de werktijd beslaan.

Dit zijn goede aanvullingen

Het is voor zwangere werkneemsters prettig als hun leidinggevende het initiatief neemt om zaken als verboden werkzaamheden en maatregelen ter voorkoming van gezondheidsrisico’s te bespreken. Als de werkgever zelf aanbiedt om mogelijke knelpunten in kaart te brengen en op te lossen, ervaart de werkneemster maximale steun en begrip. Ook krijgt zij minder snel het gevoel dat ze haar aanspraak op wettelijke rechten moet ‘bevechten’.

Praktische tips

Voor werkneemsters die zwanger zijn of borstvoeding (willen) geven:

  • Vraag je werkgever waar nodig om het werk, de werkplek, de werkmiddelen en de productie- en werkmethoden aan te passen. Het werk mag geen gevaren met zich meebrengen voor jou of je (ongeboren) kindje. Ook mag het geen nadelige effecten hebben op je zwangerschap of de borstvoeding. Je werkgever is verplicht hiervoor te zorgen.
  • Vraag om aangepast werk als je werkgever mogelijke gevaren binnen je huidige werk niet of onvoldoende kan wegnemen. In het uiterste geval hoort hij je tijdelijk ander werk aan te bieden of vrij te stellen van werk.
  • Ga waar nodig met je werkgever in gesprek over:
    • Regelmatige werk- en rusttijden;
    • Extra pauzes, die maximaal 1/8 van de werktijd in beslag mogen nemen;
    • Een geschikte, afsluitbare ruimte om te rusten (met bed of rustbank);
    • Het vermijden van onregelmatig werk, overwerk en nachtdiensten;
    • Tijd of ruimte voor noodzakelijk zwangerschapsonderzoek (onder werktijd en met behoud van loon) door een verloskundige of gynaecoloog, inclusief de benodigde reistijd. Je hebt hier tot 6 maanden na de bevalling recht op.
    • Maak een afspraak met de bedrijfsarts als je vragen of zorgen hebt over je werkomstandigheden tijdens of na je zwangerschap.

Voor leidinggevenden

Benut onderstaande tips zowel bij zwangerschap als wanneer een werkneemster borstvoeding geeft:

  • Spreek iedere maand met de werkneemster over het werk in het algemeen en de werkdruk in het bijzonder. Een terloops “alles OK?” tijdens het werk is niet voldoende. Ga er even rustig voor zitten in een ruimte waar het gesprek niet makkelijk gehoord of verstoord kan worden. Heb oog voor het vinden van een nieuwe balans in de gecombineerde belasting werk-privé. En besef dat die nieuwe balans per definitie tijdelijk is omdat de situatie bij zwangerschap en bevalling steeds verandert.
  • Bewaak samen met de werkneemster of de werkstress niet te hoog is. Ga bij knelpunten of ervaren klachten samen na wat precies het probleem veroorzaakt: te veel werk, te lange werkdagen, overwerk, te moeilijk werk of te strakke deadlines, te weinig regelmogelijkheden, iets anders? Neem in goed overleg maatregelen om problematische werkstress zoveel mogelijk te vermijden of te verminderen. Hanteer hierbij het RAAK-principe. Overweeg bij twijfel advies van de bedrijfsarts.
  • Maak afspraken over het reserveren van rustmomenten in de agenda en het ‘heilig verklaren’ van de (lunch)pauzes.
  • Begin tijdig met het overdragen van werk aan degenen die het werk tijdens de zwangerschap, in de verlofperiode en gedurende de periode van borstvoeding overnemen. Dit heeft een positief effect op de werkdruk, maar ook op de continuïteit en kwaliteit van het werk.
  • Voorkom dat overdracht van werk zorgt voor ongezonde verhoging van de werkbelasting van collega’s.
  • Zorg dat de maatregelen voor de zwangerschapsperiode, het zwangerschaps- en bevallingsverlof en de periode van borstvoeding zo goed mogelijk op elkaar aansluiten.
  • Bewaak de sociale ondersteuning op de werkplek. De steun van collega’s voor de zwangere of borstvoeding gevende werkneemster is een belangrijke buffer tegen ongezonde werkstress. Besef dat je hierin als leidinggevende een voorbeeldfunctie hebt.

Voor arboprofessionals

  • Wijs zowel werkneemsters die zwanger zijn of borstvoeding (willen) geven als hun leidinggevenden op het belang van extra aandacht voor werkstress, gezonde werktijden en voldoende pauzes.
  • Informeer werknemers bij indiensttreding over de risico’s van werkstress voor de zwangerschap, het ongeboren kind en de borstvoeding. Vraag om zwangerschap en (de wens tot) het geven van borstvoeding zo vroeg mogelijk te melden. Zo kunnen eventuele extra maatregelen tijdig worden getroffen. Recent onderzoek toont aan dat werkstress al effecten kan hebben in de prille zwangerschap.
  • Breng voor zover mogelijk in kaart welke functies specifieke werkdrukrisico’s opleveren. Zo kun je extra alert zijn als de werkneemsters in kwestie zwanger zijn of borstvoeding (willen) geven.