Stap 6: Muis

  • Gebruik de muis zo dicht mogelijk tegen het toetsenbord. Dat voorkomt spanning in de schouder,
  • Ondersteun de hele onderarm die de muis gebruikt. Dat kan door de onderarm op de tafel en of leuning van de stoel te leggen.
  • Bedien de muis niet alleen vanuit de pols maar met de hele onderarm.
  • Zet de muis zo op het werkblad neer dat je bovenarmen ontspannen zijn en langs het lichaam hangen als je aan het werk bent. Reik niet te ver en laat je hand niet ongebruikt op de muis liggen.
  • Let op de muisgevoeligheid (verhouding beweging muis – verplaatsing cursor), dit is een belangrijke factor in bedieningsgemak, bedieningssnelheid en de kans op gezondheidsklachten:
    • de muis staat te langzaam ingesteld als je meerdere muisbewegingen nodig hebt om de cursor volledig over het scherm van links naar rechts te bewegen;
    • de muis staat te snel/te gevoelig ingesteld als een kleine beweging van de muis een grote beweging van de cursor veroorzaakt. Als de muis te gevoelig wordt afgesteld, is er een grote kans op gezondheidsklachten. De armspieren worden dan continu aangespannen zodat de cursor niet doorschiet.
  • Heb je al klachten, stel dan het ‘dubbelklikken’ vrij langzaam in of vervang het door één klik met de middelste muisknop. Juist dubbelklikken veroorzaakt belasting van de onderarm en de nek-/ schouderregio.
  • Probeer de muis eens met de andere hand te gebruiken. Zo nodig kun je hiervoor de knoppen anders instellen.
  • Beperk muisgebruik door te werken met sneltoetsen.
  • Laat de muis los als je hem niet nodig hebt.

Ga naar de volgende stap: Werkhouding